Goede en slechte vetten
Focus op vet!
Het klinkt misschien gek, maar vet speelt een belangrijke rol in een gezond voedingspatroon. Niet alle vetten zijn immers gelijk, en sommige zijn beter voor onze gezondheid dan andere of zelfs onmisbaar. Het komt er dus op aan de verschillende soorten vet goed te kunnen onderscheiden. Zo zijn er goede en slechte vetten. Inderdaad, best verwarrend allemaal. Daarom zetten we in dit artikel enkele belangrijke ‘vette’ feiten op een rijtje. Ben je er klaar voor? Hier komt een les in vet-opvoeding!
- Slechte vetten: verzadigde vetten & transvetten
- Goede vetten: meervoudig en enkelvoudig onverzadigde vetten
- Essentiële vetten: meervoudig onverzadigde omega-3 en 6 vetten
Slechte vetten
Er bestaan twee soorten vet die we dikwijls ‘slechte vetten’ noemen: dat zijn verzadigde vetten en transvetten. Typisch voor deze vetten is dat ze vast zijn als je ze uit de koelkast haalt. Denk aan boter, frituurvet of het vet in rundvlees, allemaal producten die heel veel slechte vetten bevatten. Waarom de slechte vetten zo’n slechte naam en reputatie hebben? Het is bewezen dat een hoge inname van deze vetten de cholesterol verhoogt. Daarom is het belangrijk de hoeveelheid slechte vetten in je voedingspatroon te beperken en ze te vervangen door goede vetten.
Waar komen slechte vetten vandaan?
Slechte vetten zitten zowel in natuurlijke als in verwerkte producten. De meerderheid van verzadigde vetten halen we uit volle melk en kaas, gebak, vlees en boter. Maar ook fast food en meeneemvoeding zoals cakes, donuts en gefrituurde voeding kunnen een hoog gehalte aan verzadigde vetten bevatten. Dit omwille van hun ingrediënten en de soorten vet die gebruikt zijn bij de bereiding. Transvetten zijn van nature aanwezig in vlees en vetrijke zuivelproducten zoals boter en volle melk, maar ook in voorverpakte gebakken producten zoals koekjes, cake, brood, crackers, fast food en sommige zuivelproducten.
Goede vetten
De twee andere belangrijke types vetten zijn de enkelvoudig onverzadigde vetten en de meervoudig onverzadigde vetten. Dit noemen we de ‘goede vetten’. Ze worden ‘goed’ genoemd omdat ze je helpen een normaal cholesterolgehalte te behouden.
Waar vind je goede vetten?
Meervoudige onverzadigde vetten ;zitten in grote hoeveelheid in zonnebloem-, kool- en lijnzaadolie, maar ook in producten zoals walnoten, soja of vis. Omega-3 en omega-6 vetten zijn twee belangrijke types van meervoudige onverzadigde vetten. De ideale manier om deze binnen te hebben, is een zachte margarine of spread op je boterhammen te smeren, wat oliedressing op je salades te sprenkelen en je maaltijd te bereiden met plantaardige oliën. Goede bronnen van enkelvoudige onverzadigde vetten zijn olijfolie, arachideolie, avocado’s en de meeste noten.
Doe de switch!
De hoofdboodschap om over te schakelen naar een gezondere voeding is simpel: gedaan met de slechte vetten, ga voor de goede. Ook al lijkt het een hele uitdaging … Met deze simpele wissels zit je alvast in de goede richting!
- Laat de volle zuivelproducten en ruil ze voor lichtere varianten; vervang bijvoorbeeld volle melk door halfvolle of magere melk, of volle kaas door magere kaas.
- Om te bakken, roerbakken of braiseren kan je in plaats van boter of bakvet kiezen voor een kleine hoeveelheid plantaardige olie of margarine (lees de suggesties op het etiket).
- Experimenteer met vis of gevogelte zonder vel. Hiermee heb je minder slechte vetten binnen dan wanneer je (vettig) vlees eet.