1. Kies het juiste moment
Hoe langer je de tijd neemt om je te omringen met de natuur, hoe beter. Toch kan een sessie van amper 10 minuten al wonderen doen voor je lichaam. Zorg er alleen voor dat je de ruimte hebt om je hoofd even leeg te maken. De vroege vooravond is bijvoorbeeld een goed moment om de stress van de dag volledig los te laten.
2. Vind een goede plek
Een mooi bos of natuurgebied is natuurlijk niet altijd in de buurt. Maar dat is geen probleem: ook in een park of tuintje kan je al heerlijk ontspannen! Wat telt is dat je een groen plekje uitzoekt waar je je kan afzonderen van de drukte om je heen.
3. Neem enkel het nodige mee
Een gsm of fototoestel heb je helemaal niet nodig als je een groene omgeving opzoekt. Ze leiden je alleen maar af en staan een diepe verbinding met de natuur in de weg. Met niets dan je eigen zintuigen op zak kun je de natuur veel beter aanvoelen.
4. Matig je tempo
Je hoeft er niet per se stevig de pas in te zetten als je ronddoolt in het groen. Wanneer je je traag verplaatst, kan je alles om je heen beter in je opnemen. Aarzel niet om gewoon te gaan zitten en de natuur te observeren.
5. Gebruik je zintuigen
De geur van de herfst, het geluid van ritselende bladeren en de aanblik van het licht dat door de bomen heen schijnt: zet al je zintuigen aan het werk om de kleinste details rondom jou te beleven.
Vind je het fijner om dit soort nieuwe dingen te proberen met een vriend of familielid erbij? Neem gerust wat gezelschap mee: hij of zij zal je vast dankbaar zijn.